De Effie 2024-finalisten door de lens van juryvoorzitster Aude Mayence
De Effie Awards zitten na de beraadslaging van de jury in de laatste rechte lijn naar de ontknoping op 3 oktober. We zaten samen met juryvoorzitster Aude Mayence voor een blik op het deelnemersveld. Hoe verliep de jurering en welke trends ontdekte ze samen met haar jury in de ingediende cases?
Hoe heb je de jurydag beleefd?
Aude: Zoals altijd was het een goedgevulde en intense dag met heel wat cases die besproken moesten worden door de 30-koppige jury. Dat leverde interessante discussies op met vele invalshoeken, niet in het minst dankzij ons systeem van 'aanklager' en 'advocaat', waarbij een jurylid de case kritisch onder de loep neemt en een ander de case verdedigt.
Er moesten best veel nieuwkomers ingepast worden in de Effie-jury. Hoe verliep dat?
Aude: Er waren veel nieuwe juryleden, maar we hebben ze goed gebrieft in juni. Ik ben tijdens de jurydag aangenaam verrast geweest door de kwaliteit van alle juryleden. Ik heb geen verschil opgemerkt tussen nieuwe juryleden en de anciens. Iedereen had zich goed voorbereid op zijn rol van aanklager of advocaat. De analyse van de cases in de zomervakantie is grondig gebeurd en dat heeft geleid tot uitstekende discussies op de jurydag.
Hoe evalueer je het aantal finalisten?
Aude: Van de 40 initiële registraties zijn er 31 cases effectief ingediend. Die kwamen in aanmerking voor een plaats in de finale. De jury heeft uiteindelijk 25 Effie-finalisten weerhouden. Dat zijn aantallen die min of meer vergelijkbaar zijn met vorige edities van de Effies.
Welke trends stelde je vast wat betreft de cases?
Aude: Allereerst is er veel variatie in de finalisten. Er zijn talloze sectoren vertegenwoordigd. Er zijn verschillen wat betreft de benadering van de case, maar ik heb toch een aantal gemeenschappelijke delers vastgesteld. Er waren redelijk wat cases van merken die geïnvesteerd hebben in hun upper-funnel met middelen uit hun mid-funnel. Met andere woorden, adverteerders hebben gewerkt op de awareness en aan het versterken van hun merk. Daarnaast zag ik veel merken die de klantbehoeftes en niet hun producten als uitgangspunt hebben genomen voor hun marketingstrategie. Verder zaten er ook cases tussen van merken die zich hebben moeten heruitvinden, wegens een verstoorde markt of een markt in transitie. Tot slot stelde ik in de cases een mooie mix vast tussen rationele en emotionele elementen en ik vond het geweldig om te zien dat de merken, of ze nu Belgisch of internationaal waren, in hun dossiers steevast de link maakten met de Belgische consument en het lokale ecosysteem.
Was er veel interesse voor duurzaamheid en adtech in de cases?
Aude: Ik had verwacht dat er meer aandacht zou zijn voor sustainability. Er zijn deelnemers die het vermeld hebben in hun case, maar niet op het niveau dat we anno 2024 van een adverteerder mogen verwachten. We moeten de adverteerders en hun bureaus dus blijven aansporen om het een prominente plaats te geven in hun marketingplannen. Het dataluik was wel aanwezig in de cases en ook op een begrijpbare manier verwoord. Dat was een hoopvolle evolutie.
Tot slot, hoe zou je deze Effie-editie beschrijven ten opzichte van andere jaren?
Aude: Ik vond het een goed jaar met interessante en goed geschreven cases, maar zeggen dat het een grand cru editie was op het vlak van de cases, zou overdreven zijn. Ik vind dat de Belgische marketingsector nog beter kan doen, met onder andere meer aandacht voor duurzaamheid en data.